vrijdag 24 augustus 2012

 
Posted by Picasa

De pastoor en kerkmeesteren der Rooms Catholieke Gemeente te Blaricum aan de Muniepaliteit der genoemde Dorps

Door ulieden versogt zijnde en onse elucidatien over de zaaken vervat in de Aanschrijving van ‘t provinciaal Commissie van Holland in dato 25 jan: 1797 voor zo verre onze kerk en gemeente betreft aan ulieden op te geeven, verdeeling.

Wij Weegens Art. 1 Dat ’t als een Wesentlijk bezwaar voortvloeyende uyt te sluiten eener bevoorregte kerk zoude moeten aangemerkt worden, indien er in t vervolg van tijde bij t beroepen van een prdeikant door kerkmeesteren der Gereformeerde kerk uijt de Dorpskist eenige gelden wierden genoomen of langs de Huijzen eenige Collectiens onder deze naa  van kerke- of predicantsgelden wirden gedaan, want daar door zoude de Roomsche Gemeente in t geval blijven, om niet alleen hun eygen kerk en pastoor te moeten  onderhouden, maar ook wel deegelijk tot t onderhoud der Gereformeerde kerk en predicant te moeten Contribueeren van welke laatste kerk en predicant  zij met betrek tot t godsdienstige geen genot kunnen hebben.

Weegens Art. 2 verklaaren de ondergeteekenden dat hun gemeente thans bestaat uijt vijfhonderd en twee zielen.  Hier bij koomen nog 24 anderen uijt  t nabuurig dorp Huyzen, die om dat zij daar geen eygen kerk hebben, in t godsdienstige tot de gemeente van Blaricum behooren of wat de Roomsche kerk aangaat:  Deez is een particulier Huijs daar onze voorouders uijt hun prive beurs gekogt en tot een kerk en pastoorswooning geapproseerd, moedende dit Huijs kerk en pastoor uijt de liefdegiften der Roomschgezinden tot heeden toe onderhouden worden, als zijnde daar toe geen fondsen voorhanden, als eenige stukken bouwland welke door particuliere perzoonen  meest in deze afloopende eeuw onder bezwaarende condietien bij  testament zijn gemaakt en welke provenu weynig tot gemelde onderhoud toe

Weegens Art. 12 de Roomsgezinden hebben een Pastoor, die geen assistent noodig  heeft als alleen in ziekte of hooge ouderdom.

Hier meede  vertrouwen de ondergetekenden aan ulieder verzoek voldaan te hebben en wensen ulieden Heil terwijl wij de Hand van Broederschap  aanbieden.

Blaricum den 4 Maart 1797

Hendrk. Huijsman Pastoor
Gijsbert dirksz koppen
Pieter  Jabosen Heerschop